De olieprijzen zijn in de loop van deze week toch flink gestegen door de onrust in het Midden-Oosten. Sinds maandag werd een vat Brentolie ruim 8 procent duurder. Volgens analisten vrezen beleggers voor de impact van een mogelijke aanval op Irans olie-industrie.
Eerder deze week vielen de prijsstijgingen nog mee na de aanvallen van Israël op Libanon en die van Iran op Israël. Maar de olieprijzen zijn donderdag verder gestegen door de vrees dat Israël terugslaat richting Iran. Er wordt gespeculeerd dat Iraanse olie-installaties een doelwit kunnen zijn. Door zo’n aanval is er mogelijk minder olie beschikbaar vanuit Iran, en dat stuwt de prijzen op.
Voor een vat Brentolie (uit onder meer de Noordzee en het Midden-Oosten) wordt nu ruim 77 dollar gerekend. Eind vorige week was dat nog minder dan 70 dollar. Dit is de grootste stijging op weekbasis in meer dan anderhalf jaar.
De vrees voor de impact van zo’n aanval nam donderdag toe nadat de Amerikaanse president Joe Biden op een persconferentie was gevraagd of hij een aanval op Iraanse olie-installaties zou steunen. “We bespreken dat”, reageerde hij daarop. Hoewel de installaties eerder al een logisch doelwit leken, achten energiehandelaren die kans na Bidens opmerking nog reëler, zeggen zij tegen financieel persbureau Bloomberg.
Olieprijzen kunnen bij een daadwerkelijke aanval op de Iraanse olie-industrie nog veel verder stijgen. Zakenbank Goldman Sachs houdt zelfs rekening met een prijsstijging van 20 dollar.
