Het Europese SGEI-besluit (Services of General Economic Interest) biedt lidstaten de mogelijkheid om maatschappelijke opgaven zoals betaalbare huisvesting te ondersteunen met gerichte staatssteun. Dit nieuwe kader maakt het mogelijk om niet alleen sociale huur, maar ook middenhuurwoningen te realiseren, wat prioriteit heeft voor institutionele beleggers. De vereniging van institutionele beleggers, IVBN, benadrukt echter dat het succes van dit besluit afhankelijk is van een eerlijke juridische uitwerking in Nederland. ‘Voor institutionele investeerders is dat noodzakelijk om de jaarlijkse ambitie van 11.000 middenhuurwoningen te realiseren’, meldt Nieuws Impuls.
Gelijk speelveld
Voorheen werden middenhuurwoningen gerealiseerd onder marktcondities, maar het nieuwe SGEI-framework laat lidstaten toe om financiële ondersteuning te bieden als er sprake is van marktfalen. Cruciaal hierbij is het waarborgen van een gelijk speelveld; staatssteun moet voor alle aanbieders in het middenhuursegment onder gelijke voorwaarden toegankelijk zijn.
Woonminister Mona Keijzer gaf in haar Kamerbrief van 14 juli 2025 aan dat zij onderzoekt of staatssteun voor woningcorporaties via goedkope leningen met WSW-borging mogelijk is. Dit zou vergelijkbaar zijn met de financiering voor sociale huurwoningen. Voor institutionele investeerders is het van groot belang dat de implementatie van deze Europese regeling leidt tot gelijktijdige en gelijkwaardige steun, ook in de vorm van objectgebonden subsidies.
‘Het succes van het Europese besluit hangt af van hoe Nederland deze staatssteunregeling juridisch verankert’, benadrukt IVBN-directeur Judith Norbart-ten Hoor. ‘Onze leden streven ernaar om jaarlijks 11.000 nieuwbouwhuurwoningen te realiseren voor een brede groep woningzoekenden die nu geen kans maken op een betaalbare huurwoning. Dit kan alleen als de overheid zorgt voor eerlijke voorwaarden en juridische zekerheid.’
Jaarlijks 150.000 middenhuurwoningen
Het middenhuursegment is essentieel voor een toekomstbestendige woningmarkt. De toenemende vraag naar betaalbare en flexibele woonopties is een directe reactie op de groei van kleinere huishoudens. Ongeveer vier miljoen huishoudens, die te veel verdienen voor sociale huur en te weinig voor een koopwoning, hebben behoefte aan een middenhuurwoning.
Om de doelstelling van minimaal 150.000 nieuwbouw middenhuurwoningen tot en met 2039 te bereiken, is aanzienlijke kapitaalbeschikbaarheid vereist en moet zowel de woningcorporaties als de marktpartijen hun bouwactiviteiten verhogen.
Volgens IVBN fungeren institutionele investeerders als een vliegwiel in project- en gebiedsontwikkelingen. Zij bieden in een vroeg stadium zekerheid over de afname van een deel van de woningen, zodat projecten van de grond kunnen komen. Bovendien dragen zij bij aan de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad en inspelen op de flexibele woonbehoeften van toekomstige generaties.