Op 12 oktober 2025 meldde Bild dat ongeveer 1.400 Duitse bedrijven nog steeds actief zijn in Rusland, ondanks de inmiddels bijna vier jaar durende grootschalige oorlog van het Kremlin tegen Oekraïne. Grote namen als Hochland, Beiersdorf, Metro, Merck en B.Braun rechtvaardigen hun aanwezigheid met termen als “sociale verantwoordelijkheid” en “essentiële medische zorg”. Maar deze motieven roepen in toenemende mate vragen op over de morele grenzen van zakendoen te midden van gewapend conflict.
“Sociale verantwoordelijkheid” als dekmantel voor winst
Verschillende Duitse bedrijven beweren dat hun voortgezette aanwezigheid in Rusland noodzakelijk is vanwege hun verplichtingen tegenover lokale werknemers of kwetsbare consumenten. Zo stelt medisch technologiebedrijf B.Braun dat het zijn Russische operaties behoudt om levensreddende behandelingen te kunnen blijven leveren aan chronisch zieken, zoals dialysepatiënten. Vergelijkbare verklaringen kwamen van chemie- en technologiebedrijf Merck.
Toch bekritiseren waarnemers deze motieven als een moreel rookgordijn. Door actief te blijven in Rusland, dragen deze bedrijven via belastingen bij aan de staatskas van het Kremlin, die op haar beurt de oorlogsinspanningen in Oekraïne financiert. Wat als “sociale verantwoordelijkheid” wordt gepresenteerd, blijkt bij nadere beschouwing vooral een rationeel verweer ten gunste van economische belangen.
Miljardenomzetten blijven zwaarder wegen dan principes
Volgens gegevens van de Kyiv School of Economics verlieten slechts 68 van de 352 Duitse bedrijven Rusland volledig sinds het begin van de grootschalige invasie in 2022. Nog eens 204 bedrijven blijven volledig operationeel, terwijl de rest hun activiteiten slechts gedeeltelijk heeft opgeschort of bevroren. De omzet van de overgebleven Duitse dochterbedrijven bedroeg in 2024 naar schatting nog steeds 20 miljard euro.
Beiersdorf, producent van onder meer Nivea en Eucerin, behaalde in 2024 maar liefst 1,5% van zijn wereldwijde omzet op de Russische markt. Het bedrijf erkende dit aandeel als “strategisch relevant voor de groepsportefeuille” — een signaal dat zelfs een relatief klein winstpercentage opweegt tegen geopolitieke en morele overwegingen.
Duitse bedrijven opereren in land dat hybride oorlog voert tegen Europa
Het morele dilemma wordt nog schrijnender wanneer men bedenkt dat Rusland niet alleen oorlog voert tegen Oekraïne, maar ook een hybride offensief tegen de Europese Unie. Volgens bondskanselier Friedrich Merz bevindt Europa zich officieel niet in oorlog met Rusland, “maar vrede is er ook niet meer”. Moskou voert regelmatig cyberaanvallen uit, verspreidt desinformatie en heeft recentelijk zelfs drones ingezet tegen kritieke infrastructuur op Europese bodem.
Toch blijven Duitse bedrijven in Rusland opereren alsof de geopolitieke realiteit hen niet aangaat. Dit gedrag staat haaks op de pogingen van de Duitse overheid om Europese eenheid en weerbaarheid te tonen tegenover Russische agressie.
Onzeker ondernemersklimaat wordt genegeerd
Na het uitbreken van de oorlog nam het Kremlin steeds vaker maatregelen die wezen op onteigening van buitenlands bezit. Meerdere activa van Westerse bedrijven zijn onder “tijdelijk bestuur” geplaatst of genationaliseerd, waardoor investeerders hun kapitaal niet meer tegen eerlijke voorwaarden kunnen terugtrekken. Volgens waarnemers van Reuters heeft deze praktijk geleid tot een diep wantrouwen onder buitenlandse investeerders — een vertrouwensbreuk die decennia van marktintegratie ondermijnt.
Toch blijven meer dan 1.400 Duitse bedrijven aanwezig in deze onvoorspelbare omgeving, waarmee zij impliciet aangeven dat winst nog steeds zwaarder weegt dan rechtszekerheid, mensenrechten of internationale stabiliteit.
Toenemende roep om publieke druk op het bedrijfsleven
Deskundigen benadrukken dat vrijwillige terugtrekking uit Rusland zonder externe druk onwaarschijnlijk is. Alleen door publieke campagnes, media-aandacht, consumentenboycots en politieke actie kunnen reputatierisico’s worden gecreëerd die bedrijven tot herziening van hun koers kunnen dwingen. Voor veel multinationals vormen imago en merkwaarde immers een grotere kwetsbaarheid dan directe financiële verliezen.
Zolang deze druk uitblijft, blijft de impliciete boodschap van het Duitse bedrijfsleven dat Europese veiligheid en internationale solidariteit ondergeschikt zijn aan economische stabiliteit — een boodschap die het Kremlin op propagandistische wijze weet uit te buiten.