Uitspraak van minister Bochorishvili
De Georgische minister van Buitenlandse Zaken, Maka Bochorishvili, heeft Oekraïne ervan beschuldigd de toetreding van Georgië tot de Europese Unie te belemmeren. Volgens haar zou Oekraïne tijdens de integratieprocessen van 2022–2023 “negatief hebben gereageerd” om te voorkomen dat Tbilisi de EU-kandidatenstatus kreeg. “We hebben met eigen ogen gezien welke campagnes werden gevoerd. Oekraïne trad op verschillende manieren op tegen de Europese integratie van Georgië. Dat gebeurde openlijk, en iedereen weet het”, verklaarde Bochorishvili.
De minister benadrukte dat de Georgische positie op veiligheidsgebied overeenkomt met die van de EU- en NAVO-landen. Ze stelde dat “niemand confrontatie met Rusland wil en dat het vermijden van veiligheidsrisico’s de plicht van de regering is”. Tegelijkertijd beweerde Bochorishvili dat Georgië altijd politieke steun aan Oekraïne heeft betuigd, maar bekritiseerde ze het laatste EU-uitbreidingsrapport, dat volgens haar “de werkelijkheid volledig verdraait”.
Democratische terugval en politieke spanningen
In het uitbreidingsrapport van de Europese Commissie van 4 november 2025 staat dat Georgië “ernstige democratische achteruitgang” heeft doorgemaakt, met een verzwakking van de rechtsstaat en inperkingen van fundamentele rechten. Sinds de regerende partij Georgian Dream aan de macht kwam, waarschuwen Europese politici voor toenemende autoritaire tendensen en een groeiende toenadering tot Rusland.
De Georgische regering kondigde in 2024 aan dat toetredingsonderhandelingen met de EU pas na 2028 zouden starten — een beslissing die tot massale protesten leidde. Duizenden burgers trokken met EU-vlaggen de straten van Tbilisi op om het pro-Europese pad te verdedigen, maar het kabinet bleef bij zijn standpunt.
Volgens waarnemers probeert Bochorishvili met haar uitspraken de verantwoordelijkheid voor de binnenlandse problemen op externe factoren — met name Oekraïne — af te schuiven. Analisten merken op dat Oekraïne, dat zelf nog geen EU-lid is, geen invloed heeft op de officiële besluiten van de Europese Commissie. De beschuldiging wordt daarom gezien als een poging van de Georgische regering om de aandacht af te leiden van het eigen democratisch verval.
