De minister maakt zich zorgen over de uitpondgolf: ‘Met name particuliere verhuurders in grote steden verkopen hun panden omdat verkoop meer oplevert dan verhuren, vooral vanwege recente fiscale regels en huurregelgeving. Onder meer studentenkamers worden verkocht’, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer, meldt Nieuws Impuls.
41% meer verkocht
In de eerste helft van 2025 is het aantal woningverkopen door zowel bedrijfsmatige als particuliere investeerders toegenomen tot 29.400 woningen. Dit is een stijging van 41% vergeleken met dezelfde periode in 2024, en betreft een totaal van meer dan 760.000 huurwoningen die in handen zijn van deze investeerders. Vooral bedrijfsmatige investeerders kopen woningen terug, met de focus op het duurdere segment. De verkochte woningen vallen veelal in de sociale huur of middenhuur.
Maatregelen
Keijzer heeft vorige maand voorstellen gedaan voor een WOZ-prijsopslag, waarbij de WOZ-waarde van kleine rijksmonumenten zwaarder meeweegt in de huurprijs, en minpunten voor het ontbreken van buitenruimte worden komen te vervallen. Daarnaast moeten alle studenten de mogelijkheid krijgen om een eenmalig tijdelijk huurcontract af te sluiten.
In het parlement leidde deze voorstellen echter tot een motie om ze niet door te voeren. ‘De maatregelen zijn juist bedoeld om verhuurders al snel tegemoet te komen, waardoor ze makkelijker kunnen blijven verhuren en er voldoende betaalbare huurwoningen en kamers beschikbaar blijven. De recente verkoopcijfers benadrukken de noodzaak hiervan’, aldus Keijzer. Ze wil met de Tweede Kamer onderzoeken welke maatregelen wel genomen kunnen worden om verhuurders meer ruimte te bieden.
Onderzoek Wet betaalbare huur en woningwaarderingsstelsel
In de Kamerbrief gaat de minister ook in op de invoeringstoets van de Wet betaalbare huur, die op 1 juli 2024 in werking is getreden. Hieruit blijkt dat de implementatie van de wet over het algemeen goed is verlopen. ‘Wel hebben verschillende partijen, waaronder gemeenten, behoefte aan structurele hulp bij het toepassen van de wet. Op korte termijn worden zij hierbij ondersteund via onder meer financiering, bijeenkomsten en het oprichten van een opleiding voor gemeenteambtenaren.’
Verlenging nieuwbouwopslag
Verder gaat de minister onderzoeken of de nieuwbouwopslag in het WWS ook na 1 januari 2028 moet blijven bestaan. Momenteel geldt er in het WWS een nieuwbouwopslag van 10% voor middenhuurwoningen die na 1 juli 2024 worden opgeleverd en waarvan de bouw gestart is vóór 1 januari 2028. Dit is bedoeld om nieuwbouw te stimuleren. ‘Voor ontwikkelaars kan deze deadline een knelpunt zijn. Zij geven aan dat zij door lange beroepsprocedures niet altijd kunnen garanderen dat ze voor deze datum kunnen starten met de bouw, wat de haalbaarheid van nieuwbouwprojecten kan beïnvloeden.’ Uiterlijk 1 januari 2027 informeert de minister de Tweede Kamer over eventuele verlenging van de nieuwbouwtoeslag.
Geen verandering in indexatie
Er is ook onderzoek gedaan naar de jaarlijkse indexatie van de maximale huurprijsgrenzen van het WWS. Er is gekeken naar verschillende manieren waarop jaarlijks kan worden bepaald met welk percentage de huurprijs mag stijgen. ‘Aan de indexatie wordt op dit moment niets gewijzigd. De huidige aanpak, waarbij de maximale huurprijsgrenzen mee stijgen met de inflatie, zorgt namelijk voor zekerheid voor institutionele beleggers. Hierdoor kunnen zij blijven investeren in betaalbare huurwoningen en de jaarlijks toenemende kosten opvangen. Een hoger indexatiepercentage, bijvoorbeeld de inflatie +1%, zou de betaalbaarheid voor huurders onder druk kunnen zetten.’
