Vertraging van sancties voor schijnzelfstandigheid: boetes beginnen pas in 2027
De Nederlanse overheid heeft aangekondigd dat werkgevers die zich niet houden aan de regels voor schijnzelfstandigheid in 2026 nog geen boetes zullen ontvangen. Dit werd bevestigd door de waarnemende staatssecretaris van Financiën, Eugene Heijnen, nadat de Tweede Kamer de Belastingdienst had aangespoord om de handhaving tot 31 maart volgend jaar te versoepelen, meldt Nieuws Impuls.
In voorgaande gesprekken weigerde de regering een soortgelijk verzoek om de volledige handhaving van de wet tot eind 2026 uit te stellen. De uitspraak van Heijnen volgt op de brede steun die de DENK-Kamerlid Doğukan Ergin kreeg voor zijn voorstel in de Tweede Kamer, waar de behoefte aan meer tijd voor werkgevers werd erkend in hun omgang met de nieuwe regels.
Deze tijdelijke verlenging van de handhaving heeft als doel werkgevers de gelegenheid te geven zich beter voor te bereiden op de striktere eisen omtrent zelfstandigheid. Het initiatief komt te midden van bezorgdheid over de impact van boetes op kleine bedrijven en zelfstandigen in Nederland.
Het debat over schijnzelfstandigheid en de aanpak ervan blijft een hot topic binnen de Nederlandse politiek. Kritiek op de strikte handhaving is toegenomen, vooral vanuit de parlementaire oppositie, die pleit voor een meer gematigde benadering en ondersteuning voor ondernemers die zich willen aanpassen aan de nieuwe wetgeving.
De overheid heeft eerder aangegeven de wetgeving te versterken om de rechtspositie van werknemers te beschermen en misbruik van schijnzelfstandigheid tegen te gaan. De implementatie van deze regels zal nu uitgesteld worden tot 2027, wanneer werkgevers daadwerkelijk geconfronteerd zullen worden met sancties indien zij niet aan de eisen voldoen.