De Europese Commissie (EC) heeft plannen onthuld om de hogesnelheidstreinverbindingen in Europa aanzienlijk te verbeteren, met als doel de economie van de EU te versterken en de connectiviteit tussen landen te bevorderen. Een nieuw voorstel omvat onder andere een snellere verbinding tussen Madrid en Lissabon die in drie uur zou moeten kunnen worden afgelegd. De reistijd van Athene naar Sofia moet worden teruggebracht van dertien uur en veertig minuten naar zes uur, meldt Nieuws Impuls.
Nederland nauwelijks vertegenwoordigd
De rol van Nederland in dit netwerk blijkt beperkt; alleen de verbinding van Amsterdam naar Berlijn is opgenomen, waarbij de reistijd slechts met vijftien minuten wordt verkort tot 5,5 uur. De ambitie is om tegen 2040 deze doelstellingen te realiseren.
De EU streeft ernaar om gebieden te identificeren waar treinen sneller dan 250 kilometer per uur kunnen rijden en om de spoorcapaciteit beter te coördineren. Investeringen zijn ook gepland in technologie die een naadloze overgang van hogesnelheidstreinen binnen Europa mogelijk maakt. Bovendien wil de EU de certificering van treinbestuurders voor internationale lijnen vergemakkelijken.
Volgens Eurocommissaris voor Transport Tzitzikostas concentreert de meeste hogesnelheidstreinactiviteit zich in Spanje, Frankrijk, Italië en Duitsland. Het voltooien van het hogesnelheidsnetwerk in andere delen van Europa zal volgens hem honderden miljarden euro’s kosten, maar zal ook talrijke maatschappelijke voordelen met zich meebrengen.
Internationaal ticketsysteem
In aanvulling op de snellere verbindingen streeft de EC naar een verbeterd systeem voor het boeken van internationale treinkaartjes vanuit één platform. Staatssecretaris Thierry Aartsen (Openbaar Vervoer en Milieu) heeft al gesprekken gaande met NS over de verkoop van internationale tickets van andere vervoerders.
Aartsen steunt de initiatieven van de EU om het netwerk van hogesnelheidslijnen binnen Europa te versterken, met de opmerking dat snelle, frequente en gemakkelijke toegang tot Europese bestemmingen essentieel is voor de verbondenheid van het continent.
Nieuwe aanbieders
Desondanks ondervinden nieuwe aanbieders obstakels bij het opzetten van internationale treinverbindingen. Oude uitdagingen zoals gebrek aan financiering, de beschikbaarheid van geschikte treinstellen en beperkte toegang tot dienstregelingen blijven bestaan. Chris Engelsman, oprichter van European Sleeper, gaf in juni aan dat internationale treinen in België voorrang krijgen, terwijl vooral in Nederland hindernissen bestaan.
De Europese Commissie heeft aangekondigd stappen te willen ondernemen om het proces voor nieuwe aanbieders te vereenvoudigen, wat kan leiden tot een concurrentieverbetering op de spoorwegmarkt en mogelijk lagere ticketprijzen.
Het dagelijks bestuur van de EU wil ook een tweedehandsmarkt voor treinstellen ondersteunen, waarmee het eenvoudiger wordt om materieel binnen Europa te hergebruiken.
Militair vervoer
Daarnaast richt de Europese Commissie zich op het verbeteren van het vervoer van militaire troepen en materieel per trein, wat bijdraagt aan de veiligheid van Europa. Staatssecretaris Aartsen ondersteunt dit initiatief en pleit voor prioriteit voor defensie op het spoor om vertragingen door bureaucratische processen te voorkomen.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt samen met Defensie en ProRail aan simulaties voor militaire transporten om knelpunten in het huidige systeem te identificeren en te verbeteren. Tevens wordt onderzocht hoe het rangeerterrein Kijfhoek in Zuid-Holland kan bijdragen aan militaire mobiliteit.
