Redactie
De terugleverkosten voor huishoudens met zonnepanelen die een nieuw energiecontract afsluiten, zijn in de afgelopen maand met gemiddeld 10 procent gestegen. Het rendement op zonnepanelen door de salderingsregeling slinkt zo verder, blijkt uit de energiemonitor van toezichthouder ACM.
De kosten worden in rekening gebracht bij zonnepaneelbezitters voor de stroom die ze terugleveren aan het energienet. Door de salderingsregeling ontvangen huishoudens ook een vergoeding voor de teruggeleverde stroom. Maar uit de energiemonitor blijkt dat de terugleverkosten bij elf energieleveranciers nu hoger zijn dan de vergoeding. Dat is een flink deel van de energieleveranciersmarkt.
“Als je met je zonnepanelen meer stroom genereert dan je verbruikt en dat teruglevert aan het net, maak je nu dus extra kosten bij deze elf leveranciers”, vat ACM-woordvoerder Tjitte Mastenbroek samen. De toezichthouder mag volgens de huidige wetgeving niet ingrijpen bij een specifiek onderdeel van het stroomtarief, zoals de terugleverkosten. “Alleen als de volledige stroomrekening onredelijk wordt voor huishoudens, mogen wij ingrijpen.”
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) doet wel onderzoek naar de manieren waarop energieleveranciers de kosten voor zonnepanelen in hun tarieven verwerken. De uitkomsten daarvan verschijnen “over een paar maanden”. De energiemaatschappijen leggen uit dat ze hogere terugleverkosten moeten vragen omdat hun eigen kosten door zonnepanelen ook groeien. Dat komt door de onzekerheid over hoeveel stroom het elektriciteitsnet moet verwerken op ieder uur van de dag.
De toezichthouder raadt zonnepaneeleigenaren aan om stroomtarieven te vergelijken in de tussentijd. Vanaf januari 2027 stopt de salderingsregeling en zijn energiemaatschappijen niet meer wettelijk verplicht om een vergoeding te betalen voor teruggeleverde stroom van huishoudens. De ACM is nog in gesprek met het ministerie van Klimaat en Groene Groei over hoe ze er dan voor kunnen zorgen dat de energietarieven redelijk blijven.
In de afgelopen maand stegen de elektriciteits- en gasprijzen voor nieuwe vaste contracten licht, met als uitschieter 2,5 procent. De prijzen van variabele contracten bleven zo goed als gelijk.
