Stefan Vermeer
Lang niet iedereen houdt het hoofd boven water in tijden van duurdere boodschappen en stijgende energiekosten. Een deel van de hulporganisaties, zoals voedselbanken, telt steeds meer mensen die aankloppen voor hulp. Dat zijn vooral ouders.
De helft van hulporganisaties zoals voedselbanken, speelgoedbanken en kledingbanken ziet het aantal mensen dat aanklopt voor hulp verder toenemen, blijkt uit een halfjaarlijks onderzoek van het Armoedefonds. Directeur Henk de Graaf noemt het groeiend aantal hulpvragen “een zorgwekkende trend die het Armoedefonds al meerdere jaren op rij ziet”.
Het Armoedefonds heeft elfhonderd hulporganisaties gevraagd wat zij zien, waarop 454 reacties kwamen. De helft van die organisaties zag het aantal hulpvragen in het afgelopen half jaar stijgen. Bij 16 procent daalde het aantal vragen juist. Bij de rest bleef het gelijk.
De hulpvraag steeg het meeste onder alleenstaanden met kinderen. Ook kwamen paren met kinderen en vluchtelingen vaker langs dan voorheen.
Het waren met name de voedselbanken, kledingbanken en speelgoedbanken waar meer mensen om hulp vroegen. Er is veel vraag naar menstruatieproducten, wasmiddel en andere verzorgingsproducten.
Bijstandsgezinnen maar ook werkenden met schulden
“Mensen worstelen met huishoudelijke kosten, schulden en een gebrek aan financiële buffers”, schrijft het Armoedefonds in het rapport. Het gaat dan om mensen met een bijstandsuitkering, maar ook over werkenden.
Een op de vijf Nederlandse huishoudens heeft geldproblemen, meldt het Nibud. 4,7 procent van de kinderen leeft in armoede. Schuldhulpverleners zien dat er ook steeds meer huishoudens met een modaal of bovenmodaal inkomen om hulp vragen.
De Commissie Sociaal Minimum concludeerde een jaar geleden al dat armere gezinnen met kinderen honderden euro’s per maand tekortkomen. Het Armoedefonds pleit voor een verhoging van het minimumloon en de uitkeringen, zodat mensen met een laag inkomen “volwaardig mee kunnen doen aan de maatschappij”.
