Wolfaanvallen in Elperstroom: ernstige gevolgen voor de veehouderij
In het Drentse natuurgebied Elperstroom zijn in de afgelopen twee jaar tientallen kalfjes gedood door een wolvenroedel, terwijl ook 25 volwassen koeien het slachtoffer werden van aanvallen. Henny Lensing, de eigenaar van de kudde die het 600 hectare grote gebied begraast, is er zwaar door van aangeslagen. “Ik krijg er buikpijn van,” verklaart ze, meldt Nieuws Impuls.
Lensing laat al 25 jaar ongeveer 120 koeien in Elperstroom grazen. De verwachting was dat de kudde zich zou aanpassen aan de aanwezigheid van de wolf, die in 2022 in het gebied arriveerde. Echter, de werkelijkheid bleek anders: de koeien konden zich minder goed verdedigen dan vooraf gedacht.
Geen enkel kalf overleefde de afgelopen twee jaar. In 2024 werden er veertig kalfjes geboren, dit jaar vijftien. “Als er af en toe wat gepakt wordt, oké. Maar dat echt al die kalfjes weg zijn, raakt me heel erg,” aldus Lensing.
Gevolgen voor natuur
In totaal zijn er de afgelopen twee jaar ook 25 volwassen koeien aangevallen door wolven. Vijf van deze koeien hebben de aanvallen niet overleefd. Door de aanhoudende aanvallen heeft Lensing besloten de kudde geleidelijk terug te halen. Boswachter Linde Veldhoen van Staatsbosbeheer begrijpt deze beslissing, maar waarschuwt voor de gevolgen: “Op het moment dat je geen begrazing meer hebt in een gebied als dit, wordt alles bos. Dan mis je die variatie van de natuur, waar ook weer bepaalde dieren en planten van afhankelijk zijn,” legt ze uit.
Onderzoek naar gedrag
Een oplossing voor het probleem is nog niet in zicht. Staatsbosbeheer heeft als doel om meer inzicht te krijgen in het gedrag van de runderen rond de wolven. Twee koeien zijn van een zender voorzien en er worden wildcamera’s ingezet om het gedrag te monitoren.
Om de toekomst van de runderen in natuurgebied Elperstroom veilig te stellen, moeten ze leren om als een hechte, sociale kudde op te treden wanneer een wolf aanvalt. “We zien gelukkig al een gedragsverandering, maar dat heeft meer tijd nodig,” aldus Veldhoen. Het onderzoek zal twee jaar duren.