Het gaat in de meeste Nederlandse gemeenten slecht met de bouw van sociale huurwoningen, concludeert de Woonbond. Uit onderzoek van de huurdersorganisatie blijkt dat 85 procent van de gemeenten te weinig van zulke huizen toewijst.
In de meeste gemeenten is minder dan 30 procent van de nieuwbouw een sociale huurwoning.
De Woonbond onderzocht onder meer op basis van cijfers van statistiekbureau CBS de bouw van sociale huurwoningen in de afgelopen 3,5 jaar.
Een van de conclusies is dat in gemeenten met relatief veel sociale huurwoningen er ook procentueel meer nieuwbouw voor die sector was. Bijna een kwart van alle nieuwgebouwde sociale huurwoningen is in die gemeenten gerealiseerd.
In 23 gemeenten zijn in de afgelopen 3,5 jaar helemaal geen sociale huurwoningen gebouwd, meldt de Woonbond.
Wet voor meer sociale huurwoningen nog niet aangenomen
De overheid wil meer betaalbare woningen bouwen en heeft daarvoor de Wet versterking regie volkshuisvesting klaarliggen. Daarin staat dat bij nieuwbouw ten minste 30 procent van de huizen een sociale huurwoning moet zijn. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) staat ook achter dat uitgangspunt.
De wet is tot frustratie van de Woonbond nog niet aangenomen. Als gemeenten het percentage niet halen, heeft dat momenteel geen gevolgen, zegt een woordvoerder van de Woonbond tegen persbureau ANP.
De organisatie is bang dat de wachtlijsten voor sociale huurwoningen langer worden, zolang de overheid de bouw van die huizen niet strenger gaat controleren.
Het liefst ziet de organisatie een hogere grens. De Woonbond vindt dat minstens 40 procent van de nieuwbouw voor een sociale huurwoning zou moeten zijn.