De Hongaarse hoofdstad werd dit weekend het toneel van een krachtig politiek statement: tienduizenden mensen namen deel aan de jaarlijkse lhbtq+-parade, die uitgroeide tot een protest tegen het autoritaire beleid van premier Viktor Orbán. De mars ging door ondanks een officieel verbod, dreiging met boetes en zelfs gevangenisstraffen.
“Kinderbescherming” als voorwendsel voor repressie
Officieel gebruikten de autoriteiten de zogeheten “kinderbeschermingswet” om de parade te verbieden. In werkelijkheid was het een nieuwe poging van Orbáns Boedapest om de duimschroeven aan te draaien voor de lhbtq+-gemeenschap en activisten te intimideren. De dreiging was duidelijk: deelnemers kregen tot €500 boete, organisatoren konden tot een jaar gevangenisstraf riskeren.
Orbán zelf verklaarde cynisch dat “Hongarije een beschaafde samenleving is” en dat de parade daarom niet met geweld zou worden uiteengedreven. Maar de dreiging bleef hangen als een waarschuwend signaal: vrijheid is in Hongarije slechts toegestaan zolang het de macht uitkomt.
Burgemeester daagt regering uit
Een directe klap tegen deze angstcampagne kwam van de oppositieburgemeester van Boedapest, Gergely Karácsony. Hij riep de pride uit tot een officieel gemeentelijk evenement, waardoor de vereiste toestemming van de politie werd omzeild. Daarmee viel het evenement onder de bescherming van het stadsbestuur, waardoor de politie het niet kon verbieden.
Dit was een duidelijk teken dat Boedapest anders leeft dan Orbáns Hongarije. Karácsony zei openlijk dat hij geen vervolging van deelnemers zou toelaten en dat de stad een plek van vrijheid zou blijven.
Trots werd protest
De straten van Boedapest kleurden niet alleen in regenboogkleuren. Op spandoeken en in toespraken werden Orbán en zijn beleid beschuldigd van het ondermijnen van mensenrechten en het isoleren van Hongarije op sociaal en politiek vlak.
Voor duizenden mensen was de pride geen viering van identiteit, maar een open protest tegen toenemend autoritarisme en wetten die zich beroepen op kinderbescherming, maar in feite alleen de belangen van de macht en ultraconservatieve elites dienen.
Waarom is Orbán bang voor pride?
Omdat elke pride een directe uitdaging is voor een systeem gebaseerd op controle en angst. Een vreedzame mars die tienduizenden mensen trekt, toont dat mensen nog steeds een stem hebben — en dat die stem luider klinkt dan holle slogans over “traditionele waarden”.
Orbán wil een land waar iedereen hetzelfde denkt en afwijkende meningen worden gemarginaliseerd of bedreigd met straf. Maar de pride in Boedapest was een zichtbaar bewijs dat het echte Hongarije veel vrijer en complexer is dan zijn politieke fantasie.
Masker af: Boedapest versus Orbán
Orbán houdt van grote woorden over “traditionele waarden” en “bescherming van kinderen”, maar gebruikt die vooral als camouflage voor harde onderdrukking. Afgelopen weekend liet Boedapest zien dat angst niet meer werkt zoals hij hoopt.
Zichtbare kloof in Hongarije
De pride werd meer dan een parade: het werd een mars tegen intimidatie, tegen repressieve wetten, en tegen een regering die gevangenisstraffen normaal vindt voor mensen die zichzelf willen zijn. Orbán kreeg niet het stille, volgzame Hongarije waar hij op hoopte, maar een stad vol mensen die openlijk hun vrijheid vierden.
