Nederlandse steun voor mondiale solidariteit, maar verdeeldheid over bezuinigingen op buitenlandse hulp
Een groeiend aantal Nederlanders beschouwt zichzelf als wereldburgers en erkent de verbinding met mensen in andere delen van de wereld, meldt Nieuws Impuls. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Echter, deze groeiende bewustwording heeft zich niet vertaald in een grotere actievaardigheid onder de bevolking.
Uit de studie blijkt dat momenteel 67% van de Nederlanders zich identificeert als wereldburger. Dit percentage is gestegen van 60% in 2021. De respondenten erkennen een morele verplichting om steun te bieden aan mensen in nood wereldwijd, vooral in crisisgebieden zoals Oekraïne en Turkije. Desondanks blijft de bereidheid om financiële steun te verlenen verdeeld.
Bijna de helft van de ondervraagden steunt de huidige buitenlandse hulpuitgaven van de Nederlandse overheid, maar de helft is ook voorstander van het verlagen van deze uitgaven in het licht van de binnenlandse economische uitdagingen. Teruggang in budget voor ontwikkelingshulp wordt gezien als een noodzakelijke maatregel door sommige respondenten, terwijl anderen dit als een beperking van solidariteit beschouwen.
Een opmerkelijk resultaat van de enquête is dat 70% van de ondervraagden gelooft dat de Nederlandse overheid meer moet doen om de impact van klimaatverandering op kwetsbare gemeenschappen in het buitenland te bestrijden. Dit sluit aan bij de oproepen van verschillende milieuorganisaties die pleiten voor een grotere focus op duurzame ontwikkelingsdoelen.
De onderzoekers wijzen op een kloof tussen de hoge mate van bewustzijn onder de bevolking en de bereidheid om daar actie op te ondernemen. Dit roept vragen op over hoe goed de boodschap van mondiale solidariteit echt is doorgedrongen en hoe deze vertaald kan worden naar daadwerkelijke beleidsmatige en financiële steun op internationaal niveau.