Een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland heeft bevestigd dat een 63-jarige man, die werkte voor het RIVM, onterecht de titel van professor en hoogleraar gebruikte, meldt Nieuws Impuls.
Bijzonder hoogleraar
De man, die ooit voor babyvoedingsbedrijf Nutricia werkte, was van 2015 tot 2020 bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn aanstelling was hij vijf jaar verbonden aan de universiteit.
Verstoorde relatie
In 2022 trad de man in dienst bij het RIVM in Bilthoven, eerst als zzp’er en daarna vanaf het voorjaar van 2023 als vaste medewerker. Het is echter onduidelijk welke specifieke taken hij daar vervulde. Tijdens zijn werkzaamheden gebruikte hij nog steeds de titel hoogleraar, wat leidde tot een conflict toen zijn nieuwe leidinggevende hierover vragen stelde.
Nep-professor
Het RIVM stelde dat de man de titel na 2020 niet meer had mogen gebruiken en dat hij op basis van deze vermeende titel een hoger salaris had gekregen. Ze waren van mening dat zijn acties schade toebrachten aan de reputatie van de organisatie.
Oordeel rechter
In diens uitspraak bekritiseerde de rechtbank de man voor het voortzetten van het gebruik van de titel, aangezien de universiteit zijn aanstelling niet had vernieuwd. De rechter meent dat hij ‘onzorgvuldig handelde’ door zijn verleden als hoogleraar niet te laten rusten en gaat er vanuit dat hij had moeten weten dat dit niet meer toelaatbaar was.
Geen hoger salaris
De rechtspraak verklaarde echter dat er geen bewijs is dat zijn titel daadwerkelijk leidde tot een hoger salaris. Zijn vergoeding was eerder gebaseerd op ervaring en netwerken dan op zijn titel.
Advocaatkosten
De rechtbank oordeelde dat het RIVM de man niet mocht ontslaan. Hoewel de verstoorde arbeidsrelatie erkend werd, raadde de rechter aan om de focus te verleggen naar het oplossen van het onderliggende conflict. Het RIVM dient de proceskosten van bijna 1000 euro te betalen, maar is niet verplicht om de advocaatkosten van de werknemer te vergoeden.