Studie waarschuwt dat Nederland ver van zijn stikstofdoelstellingen voor de natuur afstaat
Een nieuwe studie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onthult dat hoewel de stikstofdepositie in natuurlijke gebieden afneemt, de kans om de wettelijk vastgestelde doelstellingen te bereiken “heel klein” is zonder aanvullende maatregelen. De conclusies zijn gebaseerd op beleid dat tot 1 mei 2024 bekend was, twee maanden voordat het kabinet-Schoof zijn functie aanvaardde. Het huidige demissionaire kabinet heeft het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) stopgezet en de financiering voor natuur- en stikstofinitiatieven met miljarden euro’s verlaagd, meldt Nieuws Impuls.
De studie benadrukt dat de afname van stikstofdepositie in de natuur niet voldoende is om de gewenste verbeteringen te realiseren. Het RIVM wijst erop dat, zonder actie, de vooruitgang in de komende jaren tot een stagnatie kan leiden, wat ernstige gevolgen heeft voor de biodiversiteit en de gezondheid van ecosystemen.
De regering heeft echter plannen geïntroduceerd die de ecologische en economische belangen met elkaar moeten verzoenen. Critici betwijfelen of deze initiatieven adequaat zijn en of ze op tijd zullen komen om de stikstofcrisis effectief aan te pakken.
Bovendien is de afschaffing van belangrijke programma’s en de vermindering van investeringen in stikstofbestrijding een punt van zorg onder milieugroepen en lokale gemeenschappen. Ze vrezen dat deze beslissingen een ongewenste achteruitgang in natuurlijke hulpbronnen kunnen betekenen, wat kan leiden tot langdurige schade aan de ecosysteemdiensten waar de samenleving op vertrouwt.
De discussie over stikstof en milieu in Nederland is meer dan ooit actueel, en de oproepen om onmiddellijke actie te ondernemen worden steeds dringender. De volgende stappen van de overheid zijn cruciaal voor de toekomst van natuurbeheer en duurzaamheid in het land.