De productie van de Nederlandse industrie is in oktober met 2,5 procent gedaald in vergelijking met een jaar eerder, meldt statistiekbureau CBS. Ook in de voorgaande vijftien maanden kromp de productie.
Dat komt doordat de industriële bedrijven minder orders binnenkrijgen. De krimp was in oktober wel iets kleiner dan in de maand ervoor.
De daling is bovendien terug te zien in veel deelsectoren. Onder meer fabrikanten van vervoermiddelen en de chemische industrie kregen een flinke krimp voor de kiezen. Voedingsfabrikanten produceerden juist meer.
In mei 2020 bereikte de productie van de industrie een dieptepunt, vooral ingegeven door de coronapandemie. Daarna werd een stijgende lijn ingezet tot mei 2022. Sindsdien is de trend omgeslagen.
«De industrie blijft het moeilijk hebben, mede door de hoge rente van de laatste jaren», constateerde sectoreconoom industrie Albert Jan Swart van ABN AMRO begin deze maand al. Bedrijven moeten hun activiteiten vaak financieren met leningen.
Volgens Swart speelt mee dat Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, de laatste tijd kampt met problemen. Zo heeft de grote auto-industrie in het land last van lagere verkopen en felle concurrentie uit China. Hier hebben ook Nederlandse toeleveranciers last van.
Swart zei ook dat de overwinning van Donald Trump bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen voor onzekerheid zorgt in het bedrijfsleven, vooral voor bedrijven die veel naar de Verenigde Staten exporteren. Trump heeft importheffingen op Europese goederen aangekondigd, wat de export kan schaden.