Een verplichte stagevergoeding is volgens minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) niet de beste manier om ervoor te zorgen dat alle stagiairs worden beloond. Goede afspraken tussen vakbonden, onderwijsinstellingen en bedrijven zouden belangrijker zijn.
Volgens Bruins is een van de redenen om niet voor een verplichte stagevergoeding te gaan dat mbo-stages in een andere wet zijn vastgelegd dan stages bij het hbo en wo.
Daarnaast kan de onderwijsinspectie volgens de minister geen toezicht houden op stagebedrijven, doordat die onder de arbeidsinspectie vallen. De arbeidsinspectie mag alleen kijken of stagiairs geen verkapte werknemers zijn, en dus niet naar passende stagevergoedingen. Daardoor wordt het volgens Bruins lastig om de wetgeving vorm te geven.
De minister zegt ook dat veel stagebedrijven kunnen afhaken bij een verplichte vergoeding voor stagiairs. Hij wijst op de uiteenlopende resultaten van een verplichte vergoeding in Duitsland en Frankrijk. In Duitsland daalde het aanbod, terwijl het aantal stageplekken in Frankrijk toenam na de invoering van een verplichte vergoeding.
Bruins roept bedrijven wel op om alle stagiairs een passende vergoeding te geven. Deze moet voor mbo-studenten net zo hoog zijn als voor hbo- en wo-studenten, schrijft de NSC-bewindsman in een brief aan de Tweede Kamer.
Misschien toch verplichte stagevergoeding als regels niet worden nageleefd
De minister wil dat de huidige afspraken, zoals het Stagepact MBO, goed worden nageleefd. Hierin staat dat mbo-studenten minimaal een onkostenvergoeding moeten krijgen. Stages zijn verplicht voor alle mbo-studenten. Daarom moeten zij er wel wat voor terugkrijgen, vindt Bruins.
De minister heeft er op basis van cijfers over 2023 en 2024 van het CBS en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vertrouwen in dat de stagevergoedingen toenemen. In die rapporten staat dat meer studenten een stagevergoeding krijgen en dat deze gemiddeld ook iets hoger werd.
Als de situatie niet flink is verbeterd aan het einde van het stagepact in 2027, overweegt de minister alsnog een verplichte stagevergoeding in te voeren.