De Chinese economie houdt last van binnen- en buitenlandse tegenwind. De export groeide in juli minder hard dan gedacht en dan zijn er ook nog nieuwe handelsbelemmeringen uit de Verenigde Staten aanstaande. Ook kampt het land nog steeds met een vastgoedcrisis.
De Chinese export steeg met 7 procent op jaarbasis. Dat lijkt heel behoorlijk en het is al de vierde maand op een rij met een stijging. Maar voor exportland China valt het cijfer toch wat tegen. Economen rekenden namelijk op een stijging van ongeveer 9,5 procent.
Dat zou wel eens een gevolg kunnen zijn van handelsspanningen met de EU en de VS. In de afgelopen maanden verwijten die China dat het eigen bedrijven voortrekt. Daarom heeft Brussel voorlopig al hogere importheffingen voor elektrische auto’s ingevoerd.
En wordt waarschijnlijk deze maand nog een nieuw pakket aan extra handelsbeperkingen voor chips en chipmachines ingevoerd. Volgens Amerikaanse media maakt de Verenigde Staten hier plannen voor, maar gaan die maatregelen ook de handel van Europese of Japanse bedrijven met China raken. Het Veldhovense ASML is daar een voorbeeld van.
Die handelsbeperkingen zorgen nu waarschijnlijk voor een toename van de import in China. Het land voerde 7,2 procent meer goederen in dan in dezelfde maand vorig jaar, een veel snellere groei dan verwacht. Economen denken dat bedrijven nog snel voor toename van de handelssancties chips en andere technologische producten inkopen.
In eigen land kampt China met een vastgoedcrisis. Er is een enorme hoeveelheid onverkoopbare woningen gebouwd en vastgoedbedrijven kampen daardoor met miljardenschulden. En het vertrouwen van Chinese consumenten is al maanden laag.
