Joost Klein is maandagochtend vertrokken naar Malmö voor het Eurovisie Songfestival. De artiest heeft woensdag zijn eerste repetities. “Iemand gaat sowieso twaalf punten geven.”
“Ik heb meer geslapen dan ik had verwacht”, vertelt Klein, die zich opmaakt voor een week vol repetities. Op donderdag 9 mei staat hij in de tweede halve finale en hoopt een ticket te bemachtigen voor de finale twee dagen later.
De eerste repetities zijn al gestart. Woensdag staat Klein voor het eerst op het podium in Malmö. Via het officiële Eurovision-kanaal zijn dan al wat foto’s te zien van het optreden dat hij gaat geven.
Klein is daar geen fan van. “Je gaat ook niet bij een goochelaar de repetities filmen toch?” Liever houdt hij alles geheim tot het moment van de halve finale.”Wat kunnen we zeggen over onze show?”, vraagt hij Gover Meit, die meegaat als creative director. “Nee, niet weer die maanlanding”, zegt hij lachend als Meit hem iets influistert.
Twaalf punten is ’the bare minimum’
Klein heeft vanaf het begin ‘Twelve points to The Netherlands’ gebruikt om zichzelf aan te prijzen. Daarmee verwijst hij naar het maximale aantal van twaalf punten dat een jury kan uitdelen aan een inzending.
Hoe zeker is hij daar nu van? “Nou ja, iemand gaat sowieso twaalf punten geven. Kom op, dat is the bare minimum. Mijn doel was twaalf punten, dat heb ik vanaf het begin gezegd hè. Nee, wat wil je dat ik zeg? ‘Yeah, I’m number one, I’m the best!’ Nee, ik wil wel iets meer koffie daarvoor.”
Joost Klein doet mee met zijn nummer Europapa. Daarmee gaat hij proberen de finale te bereiken op 11 mei. Daar zou hij het opnemen tegen 25 andere landen voor de winst.
Bron: NU.nl
