De lancering van de nieuwe Europese satellieten, die gepland staat voor de nacht van dinsdag op woensdag vanuit Kourou in Frans-Guyana, belooft een belangrijke stap voorwaarts in de meteorologie. De lancering wordt uitgevoerd met een Ariane 6-raket en zal live gevolgd worden vanuit Noordwijk, het ’technische hart’ van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, meldt Nieuws Impuls.
Bij deze missie zijn de Nederlandse instituten KNMI, TNO, en SRON betrokken. De nieuwe satellieten zijn ontwikkeld als aanvulling op de onlangs gelanceerde Sentinel-4, die uurlijkse luchtvervuilingsmetingen boven Europa mogelijk maakt.
Zware stormen voorspellen
De satellieten zijn ontworpen om nauwkeuriger weerprognoses te bieden, met de nadruk op zware stormen en regenval. Dit sluit aan bij de steeds belangrijkere rol van meteorologische organisaties zoals het KNMI in het waarschuwen voor extreem weer, aldus KNMI-directeur Ellen Verolme.
Er is consensus onder betrokkenen dat deze Europese satellietinstrumenten vitaler worden nu de Amerikaanse president Donald Trump klimaatonderzoek ondermijnt. De regering-Trump overweegt maatregelen die CO2-meetstations van NASA in de ruimte zou uitschakelen, en heeft al geleid tot ontslagen van honderden wetenschappers.
Impact van Amerikaanse data-uitschakelingen
Mocht Amerika besluiten geen gegevens meer te leveren, dan zou dat niet alleen gevolgen hebben voor klimaatonderzoek, maar ook voor de kwaliteit van weersverwachtingen in Europa. Jan Fokke Meirink van het KNMI legt uit dat Amerikaanse en Europese satellieten elkaar aanvullen, met Amerikaanse data in de middag en Europese in de ochtend. Het ontbreken van Amerikaanse gegevens zou gaten in de datacoverage kunnen creëren.
Meirink benadrukt echter dat de samenwerking met andere landen, zoals Japan en China, kan helpen om eventuele hiaten te vullen. Het zou ‘heel jammer’ zijn als de VS zich terugtrekt, aangezien internationale samenwerking grote successen heeft opgeleverd.
Op dit moment ontvangt het KNMI nog steeds gegevens uit de VS, maar er zijn aanzienlijke zorgen onder Europese wetenschappers over de toekomst. De afhankelijkheid van Amerikaanse data heeft mondiale implicaties, vooral voor Europese universiteiten zoals de TU Delft, die ook de gevolgen voelen.
De Europese Commissie heeft haar bezorgdheid geuit, vooral omdat de terugtrekking van de VS ook Europese klimaatprogramma’s kan bedreigen, bevestigt een woordvoerder tijdens een bijeenkomst over de nieuwe satellieten.
20 Jaar ontwikkeling
De nieuwe satellieten Sentinel-4 en -5, die een breed scala aan atmosferische stoffen zoals methaan en koolstofmonoxide meten, zijn het resultaat van 20 jaar onderzoek en ontwikkeling. Nederlandse instituten hebben bijgedragen aan de technische aspecten van de raket, zonnepanelen, en satelliet.
De Europese Commissie streeft naar een grotere onafhankelijkheid door nauwere samenwerking met landen zoals Japan, Canada en Brazilië, terwijl ze ook wil dat er meer infrastructuur in Europa wordt ontwikkeld.
De toegang tot de satellietgegevens is gratis en ondersteunt het beleid van Nederland en Europa in de strijd tegen luchtvervuiling. De zorgen over de mogelijk stopzetting van cruciale CO2-instrumenten door de Amerikaanse overheid worden bevestigd door anonieme NASA-medewerkers.
‘Censuur in de wetenschap’
In een open brief hebben bijna 2000 Amerikaanse wetenschappers deze lente de regering-Trump beschuldigd van censuur, wat volgens hen het onafhankelijk onderzoek ondermijnt. Ze dringen aan op de noodzaak van onbelemmerde wetenschappelijke exploratie.
De gevolgen van de beleidswijzigingen zijn aanzienlijk, met name voor onderzoek naar klimaatverandering en de functie van de VS in internationaal onderzoek. De recente ontslagen hebben geleid tot zorgen over het onderhouden van klimaatsensoren en de ontwikkeling van nieuwe satellieten, wat de toekomst van het klimaatonderzoek in gevaar kan brengen.
Klimaatwetenschappers in Nederland uiten hun bezorgdheid over het ‘snijden’ in budgetten binnen Amerikaanse onderzoeksinstellingen. De willekeur van deze bezuinigingen heeft geleid tot veel onbegrip en angst voor de toekomst van het internationaal klimaatonderzoek.
Tot nu toe heeft de samenwerking nog standgehouden, maar de mogelijkheid dat de EU ook stopt met het delen van gegevens is een grote zorg voor de wereldwijde onderzoekscommunity.