Een schril contrast in loongroei tussen verschillende sectoren blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) tussen 2015 en 2022. Werknemers in krappe sectoren, zoals de ICT, hebben aanzienlijk meer kansen op loonsverhogingen dan hun collega’s in de culturele sector, waar de concurrentie voor vacatures sterker is, meldt Nieuws Impuls.
In cijfers: werknemers in de ICT zagen hun uurloon tussen 2015 en 2022 met enkele honderden euro’s per jaar sneller toenemen dan werknemers in minder krappe sectoren. Dit kan worden toegeschreven aan promoties, hogere inschalingen, of baanwisselingen.
Groei bij lagere inkomens
Het CPB constateert dat de loongroei vooral zichtbaar is bij werknemers met lagere inkomens. Werknemers met hogere inkomens profiteerden minder van de krapte op de arbeidsmarkt, en alleen bij een baanwissel zagen zij een salarisverhoging. Het CPB concludeert dat personeelstekorten ‘kansen bieden voor een gelijkere verdeling’ van inkomens.
Werknemers met lagere uurlonen zijn doorgaans jonger, hebben een flexibel contract of werken als uitzendkracht. Bovendien zijn zij vaak lager opgeleid, waarbij het merendeel een middelbare school- of mbo-opleiding heeft afgerond.
Betere arbeidsvoorwaarden
Deze groep heeft voordeel gehaald uit de krapte op de arbeidsmarkt. Werkgevers bieden betere arbeidsvoorwaarden aan om ervoor te zorgen dat deze werknemers bij hen blijven. Dit staat in lijn met een eerder rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waaruit bleek dat werkgevers vaker meer uren aanbieden en regelmatig een vast contract geven aan hun werknemers.
