Het lerarentekort is dit jaar afgenomen, maar scholen zijn de komende tien jaar nog niet van het tekort verlost. Dat schrijven ambtenaren van het ministerie van Onderwijs in een jaarlijkse rapportage hierover.
In het basisonderwijs is momenteel een tekort van 7.700 voltijdsbanen. Dat zijn er ongeveer 2.100 minder dan een jaar eerder. In het voortgezet onderwijs is het tekort rond de 3.800 blijven hangen.
Afgezet tegen het totale aantal banen bedraagt het lerarentekort afgerond 8 procent in het basisonderwijs en 5 procent in het voortgezet onderwijs.
Volgens staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs) heeft het tijdelijke effect op het lerarentekort te maken met het aflopen van het ondersteuningsprogramma tegen corona-achterstanden.
De afgelopen jaren heeft het ministerie van Onderwijs miljarden uitgegeven aan het Nationaal Programma Onderwijs. Dit subsidieprogramma had als doel om achterstanden in te lopen die leerlingen tijdens de coronapandemie hadden opgedaan.
Door het geld konden scholen tijdelijk extra personeel aannemen. Die zijn weer beschikbaar voor nieuw werk en daardoor neemt het lerarentekort tijdelijk af.
Verwachting dat tekort later weer toeneemt
Ambtenaren van het ministerie van Onderwijs verwachten dat het tekort in het basisonderwijs de komende jaren eerst licht afneemt en daarna toeneemt tot boven het huidige niveau. Dat komt onder andere doordat het aantal leerlingen de komende jaren groeit, terwijl juist veel leraren en schoolleiders met pensioen gaan.
In het voortgezet onderwijs blijven de tekorten de komende tien jaar voortdurend toenemen, verwachten de opstellers van de rapportage. Het aantal leerlingen slinkt weliswaar, maar het wordt moeilijker om leraren te vinden voor de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde, informatica, Nederlands, Duits, Frans en klassieke talen.
Om het lerarentekort terug te dringen, worden volgens staatssecretaris Paul «bergen werk verzet». Zo stelt ze tevreden vast dat dit jaar ongeveer 2.200 zijinstromers uit een ander vakgebied leraar zijn geworden en daarmee «het record van vorig jaar benaderd» is.
Paul vindt het ook positief dat de regionale samenwerkingen tussen scholen op gang komen en leiden tot creatieve oplossingen. Zulke resultaten zijn volgens de bewindsvrouw «bikkelhard nodig». «Want net als op de hele arbeidsmarkt zijn en blijven de tekorten groot.»