Radicale wetten in Hongarije lijken de opmaat naar de verkiezingen van volgend jaar, want premier Viktor Orbán en zijn Fidesz-partij willen alles uit de kast halen om in het zadel te blijven. En dat betekent dat Orbán zijn tegenstanders – de oppositie, rechters en journalisten – hard aanpakt.
Critici zeggen dat de Hongaarse premier in rap tempo radicaliseert. Hij doet er alles aan om tegenstanders de mond te snoeren. Zo onderzoekt de Europese Unie nu of de Hongaarse maatregel om gezichtsherkenning in te zetten tijdens demonstraties in strijd is met Europese regels.
In maart nam het Hongaarse parlement een wet aan die de jaarlijkse Pride-mars in Boedapest verbiedt. “Deze regering en Orbán zullen er alles aan doen om aan de macht te blijven. Ze weten precies hoe ze de samenleving moeten controleren. En gezichtsherkenningssoftware gebruiken voor demonstraties is helaas een zeer effectief middel”, zegt oppositielid Dávid Bedóó. “Dat maakt mensen bang.”
Na het verbod op de Pride-mars en het invoeren van gezichtsherkenning, ontstond er verzet in Boedapest. Bedő en andere leden van de oppositie veroorzaakten commotie in het parlement met rookfakkels.
“We wilden de stemming verstoren en gaven naar de samenleving het signaal af dat er momenteel heel foute dingen gebeuren”, zegt Bedő. “We kregen vervolgens een recordboete van 180.000 euro en we zijn voor zes maanden geschorst als parlementsleden. We kunnen het parlement dus niet meer in en ook niet meedoen aan stemmingen.”
Lastercampagnes
Rechters kijken intussen machteloos toe hoe ook het juridische systeem in Hongarije instort. Volgens kritische magistraten krijgen aanhangers van Orbáns partij Fidesz de zwaarste posten, worden rechters aangevallen en blijven grote corruptiezaken onbehandeld.
“Ik ben 24 jaar strafrechter geweest”, vertelt Adrienn Laczó. “Maar na een tijd werd het voor mij gewoon ondraaglijk om te blijven zitten, omdat de druk op ons zo enorm was.” Van de rechterlijke macht is volgens Laczó niets meer over. “Als er een vonnis is dat de regering niet aanstaat, worden de rechters doel van lastercampagnes.”
Eerder dit jaar gingen nog duizenden mensen de straat op om te demonstreren voor onder meer onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en vrijheid van meningsuiting. Onder de betogers waren ook rechters en medewerkers van de rechtbank.
Eén jaar voor de parlementsverkiezingen klinkt er steeds radicalere taal van Orbán, zegt politicoloog Gergely Rajnai. “Deze keer zijn dat corruptie, buitenlandse invloed en soortgelijke zaken.” Orbán heeft gezegd dat hij zijn land wil zuiveren van foute mensen, door hem bestempeld als ‘insecten’. Zij zouden volgens hem samenwerken met buitenlandse machten.
“Wij zullen de financiële machine ontmantelen die corrupte dollars heeft gebruikt om politici, rechters, journalisten, pseudo-ngo’s en politieke activisten om te kopen. Wij zullen dit hele schaduwenleger verdelgen”, zei Orbán een maand geleden.
Dat de Hongaarse premier zich zo uitlaat komt volgen Rajnai omdat zijn macht voor het eerst in vijftien jaar onder druk staat. Peter Magyar, de leider van oppositiepartij Tisza, zou volgens verschillende opiniepeilingen volgend jaar de verkiezingen kunnen winnen. Hij werd in korte tijd de belangrijkste politieke tegenstander van Orbán en belooft Hongarije weer volwaardig lid van de EU te maken als hij wint.
Geheimen
Oud-rechter Laczó zegt dat er voor Orbán nog veel meer op het spel staat dan alleen het verlies van zijn politieke macht. “Hij heeft een aantal geheimen, die kunnen aan het licht komen als hij de verkiezingen verliest. Geheimen die te maken hebben met corruptie, met het misbruik van EU-gelden en dergelijke. Het gaat om serieuze misdrijven.”
Nieuwsuur heeft een tiental ministers, parlementariërs en woordvoerders van Orbáns partij benaderd voor commentaar, maar niemand wilde reageren.