De inflatie in de eurozone is in september nog sterker afgekoeld dan eerder werd voorzien. Het inflatiecijfer daalde tot 1,7 procent op jaarbasis, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat op basis van definitieve cijfers.
In een eerdere voorlopige raming werd nog uitgegaan van een inflatie van 1,8 procent. In augustus stegen de consumentenprijzen in het eurogebied nog met gemiddeld 2,2 procent ten opzichte van een jaar eerder.
Daarmee is de inflatie gedaald tot onder de doelstelling van 2 procent die de Europese Centrale Bank (ECB) hanteert. Het is voor het eerst sinds april 2021 dat dit gebeurt. Als de inflatie in Europa rond de 2 procent ligt, kan de ECB de rente verlagen.
De lagere inflatie in september is vooral te danken aan de daling van de energieprijzen, als gevolg van de afgezwakte olieprijzen. De zogeheten kerninflatie lag op 2,7 procent. Dat is het inflatiecijfer waarin de sterk schommelende prijzen voor energie en voeding niet worden meegenomen. Dat percentage was gelijk aan de eerdere raming.
De ECB verlaagde de rente vanmiddag opnieuw, tot 3,25 procent. In september werd de rente al voor de tweede keer dit jaar met een kwart procentpunt verlaagd, tot 3,5 procent. Die renteverlagingen zijn bedoeld om het kwakkelende economische herstel aan te jagen.