Vrouwen en mensen met een zichtbare beperking zijn nog steeds ondervertegenwoordigd op de Nederlandse televisie. Dat concludeert het Commissariaat voor de Media (CvdM) na een onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Van de personen in non-fictieprogramma’s in 2023 was slechts 37 procent vrouw. Het CvdM liet in 2019 en 2021 een soortgelijk onderzoek uitvoeren. In 2019 was dit aantal ook 37 procent terwijl in 2021 39 procent vrouw was.
Minder dan 1 procent van de personen op tv had een voor het publiek waarneembare beperking. Volgens het onderzoek heeft 12 procent van de Nederlanders een zichtbare of onzichtbare beperking. Van alle mensen op tv in 2023 had maar 0,6 procent een publiek waarneembare beperking. Vaak zijn mensen met een beperking in beeld als patiënt of onderwerp van portret.
In het onderzoek zijn 1.009 programma’s geanalyseerd van zowel de NPO, als RTL Nederland en Talpa Network. Het gaat om programma’s die in 2023 zijn uitgezonden.
Amma Asante, voorzitter van het Commissariaat voor de Media, is bezorgd over de onderzoeksresultaten. “Deze cijfers tonen aan dat een groot deel van de samenleving onvolledig of onzichtbaar is op het scherm, en het Commissariaat is van mening dat dit dringend moet veranderen. Een eerlijke en inclusieve representatie is essentieel voor een divers medialandschap dat bijdraagt aan herkenning en betrokkenheid voor iedereen. Wij roepen de hele sector, zowel publiek als commercieel, op om hier gezamenlijk invulling aan te geven.”
De NPO reageert ook geschrokken op de cijfers. “Het is onacceptabel dat er nog steeds sprake is van ondervertegenwoordiging op televisie”, laat een woordvoerder weten. “Er moeten snel meer vrouwen en mensen met een beperking te zien zijn als bijvoorbeeld nieuwslezer, presentator, verslaggever of deskundige. In de loop van 2025 willen we een toename zien van het aantal vrouwen en mensen met een waarneembare beperking in nieuws-, sport- en andere programma’s.”