China verhoogt voor het eerst sinds 1978 de pensioenleeftijd. Zo wil het land zorgen dat het aantal werkenden groot blijft. Chinezen moeten straks drie jaar langer doorwerken. Toch gaan ze nog veel eerder met pensioen dan Nederlanders.
Chinese mannen hebben nu een pensioenleeftijd van 60 jaar. Vrouwen kunnen ergens tussen de 50 en 55 jaar stoppen met werken. Maar die pensioenleeftijd gaat dus omhoog. Vanaf komend jaar gaat de pensioenleeftijd in stapjes omhoog naar 63 jaar voor mannen en 58 jaar voor vrouwen.
De pensioenleeftijd in het land blijft dus relatief laag. In Nederland mogen werknemers op hun 67e met pensioen. In veel andere Europese landen varieert de pensioenleeftijd tussen 65 en 67 jaar. Frankrijk blijft met 64 jaar wat achter. En in Japan loopt de pensioengerechtigde leeftijd momenteel op naar 70 jaar.
Een hogere pensioenleeftijd kan het aantal werkenden groot houden in China. Wel kan het ook betekenen dat de oplopende jeugdwerkloosheid in het land niet snel zal afnemen. Oudere werknemers blijven namelijk langer aan boord.