Koopwoningen zijn vorig kwartaal in bijna elke grote gemeente fors duurder geworden. Uitschieters zijn Haarlem, Eindhoven en Utrecht, waar je zelfs ruim 15 procent meer betaalde dan een jaar eerder.
Huizenkopers in de meeste andere grote steden kregen een verhoging van zo’n 10 procent of meer voor de kiezen. Dat blijkt uit cijfers van het Kadaster en statistiekbureau CBS.
Ze hebben gekeken naar de huizenprijzen in de 25 grootste gemeenten van Nederland en zagen dat nergens een daling te bekennen viel. De kleinste stijging was in Leeuwarden, met een plus van 6,4 procent. Daarna volgden Zwolle en Ede met stijgingen van respectievelijk 8,5 en 9,3 procent.
In oktober kwamen al cijfers naar buiten over de gemiddelde landelijke woningprijzen. Daaruit kwam naar voren dat huizenkopers ruim 12 procent meer betaalden dan in dezelfde periode vorig jaar. De gemiddelde prijs kwam uit op 473.000 euro.
Dat komt vooral door de aanhoudende krapte, waarbij de vraag naar een koophuis fors groter is dan het aanbod. Daar komt bij dat veel lonen omhoog zijn gegaan en de hypotheekrente wat is gedaald. Hierdoor kunnen huizenjagers een hogere hypotheek krijgen en dus ook meer bieden. In twee op de drie gevallen betalen ze zelfs meer dan de vraagprijs.
