AZ kan na twaalf jaar weer een prijs pakken. De Alkmaarders hebben de KNVB-beker dit seizoen als extra belangrijk bestempeld, en met succes. De ploeg van trainer Maarten Martens plaatste zich donderdag voor de finale door Heracles Almelo via penalty’s te verslaan.
“De beker leeft gewoon bij ons, dat hebben we dit seizoen al heel vroeg naar elkaar uitgesproken”, zegt Martens. “Het zit in de koppies van de spelers. We willen bekersucces.”
De laatste keer dat AZ de beker won, was in 2013. De Alkmaarders verloren de finale in 2017 (tegen Vitesse) en 2018 (tegen Feyenoord). In december zei de nieuwe algemeen directeur Merijn Zeeman al dat hij hoopt dat AZ de komende jaren weer eens iets “te vieren” heeft. Dat kan op 21 april al gebeuren. De ploeg van Martens treft dan Go Ahead Eagles in de eindstrijd.
“Het zou mooi zijn als het nu al lukt”, vervolgt Martens. “We zijn aan het bouwen. Er komen veel spelers door. Hopelijk resulteert dat in iets tastbaars.”

‘Hij kon wel door de grond zakken’
AZ moet wel snel schakelen. Zondag om 12.15 uur is sc Heerenveen de tegenstander in de Eredivisie. Daarna wacht de eerste confrontatie met Tottenham Hotspur in de Europa League.
“We zijn de enige Nederlandse club die nog op drie fronten actief is”, beseft Martens. “Dat zie je soms terug. Aan het einde van de verlenging tegen Heracles zat de kramp bij Jordy Clasie tot achter zijn oren. Maar ik heb hem laten staan voor de strafschoppenserie. Gelukkig schoot hij raak.”
AZ had het duel met Heracles al binnen 90 of 120 minuten kunnen beslissen. Door een slechte terugspeelbal van Kristijan Belic kon Suf Podgoreanu de in de tachtigste minuut de 2-2 maken. En aan het einde van de verlenging miste Ibrahim Sadiq een enorme kans.
Martens: “Ik ben vooral blij met de manier waarop het team met die momenten omging. Na zijn fout gingen er meteen jongens naar Belic toe om hem te steunen. Sadiq kon ook wel door de grond zakken. Maar in de penaltyserie ving hij jongens op na een misser. Dat zijn heel goede dingen om te zien als trainer.”