De Europese Commissie heeft de importheffing voor in China geproduceerde Tesla’s vastgesteld op 9 procent. Ook de eerder ingevoerde heffingen voor andere Chinese fabrikanten zijn licht aangepast.
Ruim een maand geleden voerde de Europese Commissie hogere zogenoemde strafheffingen in voor Chinese elektrische auto’s, maar Tesla kreeg hiervan uitstel. Het bedrijf had de Europese Unie gevraagd om uitgezonderd te worden van de hogere heffingen omdat het naar eigen zeggen minder profiteert van staatssteun dan Chinese branchegenoten.
Brussel heeft afgelopen september een onderzoek ingesteld naar elektrische auto’s uit China en oordeelde dat er sprake is van oneerlijke overheidssubsidies, waar ondernemingen in het land van profiteren.
De aangepaste strafheffing voor een auto van het Chinese BYD bedraagt nu 17 procent, tegen een eerdere heffing van 17,4 procent. Voor een Geely moet 19,3 procent extra worden betaald. Eerder was dat 19,9 procent. Voor auto’s van SAIC werd de heffing verlaagd van 37,6 naar 36,3 procent.
Voor andere fabrikanten rekent de EU 21,3 procent strafheffing. De autofabrikanten hebben nog tot 30 augustus de tijd om commentaar te geven op de nieuwe tarieven. De heffingen komen bovenop de invoerrechten van 10 procent, die al worden geheven op elektrische auto’s uit China.
De heffingen zijn nog altijd voorlopig. Brussel en Peking zijn nog in overleg over het verlagen van Chinese overheidssubsidies. Als China daar niet toe bereid is, worden de importheffingen voor vijf jaar van kracht. De Europese Commissie publiceert de definitieve bevindingen van het onderzoek uiterlijk op 30 oktober.