Op 1 oktober heeft warenhuis BHV Marais aangekondigd een partnerschap aan te gaan met Shein, de Chinese online retailgigant. Dit moet ook resulteren in de opening van winkels in andere Franse steden in samenwerking met het luxe warenhuis Galeries Lafayette, meldt Nieuws Impuls.
De aankondiging leidde echter tot een golf van verontwaardiging in Frankrijk. De Franse krant Le Monde beschrijft dat het Bazar de l’Hotel de Ville, dat traditioneel staat voor de Parijse levensstijl en lokale handel, zichzelf in diskrediet brengt door samen te werken met Shein, een merk dat symbool staat voor geglobaliseerde fast fashion.
Op vrijdag 10 oktober organiseerden medewerkers van BHV een demonstratie tegen de komst van Shein. Anne Hidalgo, burgemeester van Parijs, bestempelde de samenwerking als ‘een verraad aan de waarden van Parijs’.
De lijst van leveranciers die zich ‘woedend’ of ‘geschokt’ uitspreken over het beleid van Groupe SGM, de eigenaar van BHV, groeit. Tot nu toe hebben meer dan tien Franse merken hun samenwerking met het warenhuis stopgezet. Eléonore Baudry van kledingzaak Figaret Paris heeft bijvoorbeeld 1500 overhemden uit de verkoop gehaald, waarbij zij zegt dat de komst van Shein ‘de druppel’ was. Ondernemers zijn ontevreden, omdat de samenwerking met Shein in strijd is met de normen waarmee het luxe winkelcentrum geassocieerd wordt.
Goedkope troep
Shein is omstreden vanwege zijn consumptiemodel. Het bedrijf staat onder vuur voor de druk die het uitoefent op producenten om zo goedkoop mogelijk te produceren en voor de ondoorzichtige arbeidsomstandigheden in de fabrieken. Daarnaast is er kritiek op de ecologische impact van hun productieprocessen.
Retaildeskundige Dirk Mulder van ING begrijpt de verontwaardiging over Shein. “Het warenhuis vertegenwoordigt een bepaalde luxe. Shein staat bekend als een bedrijf dat goedkope goederen levert en wordt soms beschuldigd van oneerlijke concurrentie,” aldus Mulder.
Volgens Mulder is de reactie in Frankrijk niet ongewoon, gezien het land een voortrekkersrol vervult op het gebied van duurzaamheid in de mode. “De Franse consument is gevoeliger voor deze kwesties, wat heeft geleid tot striktere wetgeving. Textiel dat op de markt komt, moet circulair zijn, en er wordt onderzocht of bedrijven die ultra fast fashion aanbieden boetes moeten krijgen.”
Mulder wijst echter op de dubbelzinnigheid van de situatie. “In feite hebben we in het Westen dit probleem zelf gecreëerd. We hebben onze productie van dergelijke kleding aan China overgelaten voordat we naar nog goedkopere productielanden als Bangladesh overstapten.” Volgens hem heeft dit geleid tot een efficiënt productiemodel in China dat sterk concurreert met Europese fabrikanten.
Er is ook een grote vraag naar dit soort kleding in Europa, wat betekent dat de verantwoordelijkheid ook bij de consument ligt. Shein moet zich houden aan Europese wetten voor veiligheid en retourrechten, en gezien hun samenwerking met een erkend bedrijf als Galeries Lafayette lijkt het erop dat zij zich hieraan zullen houden, waardoor het voor een overheid moeilijk is om ingrijpen.
De indrukwekkende bedragen die in landen zoals Nederland aan Chinese webshops als Shein en Temu worden besteed, maken de uitbreiding van Chinese retailers in Europa logisch:
