Na maanden van onderhandelingen lag er woensdagavond een akkoord voor een staakt-het-vuren in de Gazastrook. Wereldleiders en hulporganisaties zijn enthousiast, maar vooral die laatste groep maakt zich nog zorgen over de levering van humanitaire hulp aan Gaza.
De Nederlandse premier Dick Schoof noemt het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas “een grote doorbraak die ik enorm toejuich”. De premier roept beide partijen vja X op zich aan de afspraken te houden, “zodat veel meer cruciale humanitaire hulp de noodlijdende bevolking van Gaza kan bereiken en de gegijzelden eindelijk herenigd kunnen worden met hun geliefden”.
Europese Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen is “zeer verheugd” over de deal die Israël en Hamas hebben gesloten over Gaza. Ze wijst erop dat beide partijen “deze overeenkomst volledig moeten uitvoeren”. Ook de Europese buitenlandchef Kaja Kallas en Roberta Metsola, de voorzitter van het Europees Parlement, reageren opgelucht.
De Duitse bondskanselier Olaf Scholz spreekt op X van goed nieuws. “Dit staakt-het-vuren maakt een permanent einde aan de oorlog en verbetering van de slechte humanitaire situatie in Gaza mogelijk. We blijven daaraan werken.”
“Na een lijdensweg van vijftien maanden een enorme opluchting voor de Gazanen, hoop voor de gijzelaars en hun families”, schrijft de Franse president Emmanuel Macron op X. “De overeenkomst moet gerespecteerd worden. Er moet een politieke oplossing komen.”
Zorgen over toegang tot Gaza
Voor de regering van de Britse premier Keir Starmer is de eerste prioriteit dat humanitaire hulp Gaza binnenkomt, zegt hij in een eerste reactie. Hulporganisaties als Oxfam Novib en het UNRWA zijn het daar vanzelfsprekend mee eens, maar maken zich zorgen over hoe de humanitaire hulp geleverd moet worden.
Zo heeft Oxfam Novib nog vragen bij de praktische uitvoering ervan. Het dagelijks binnenbrengen van zeshonderd trucks met hulpgoederen kan volgens de organisatie onmogelijk georganiseerd worden als er maar één grensovergang geopend is.
De VN-noodhulporganisatie OCHA zegt ook dat er meer steun voor de hulpverleners moet komen. “Dit moment biedt hoop en kansen, maar we moeten beseffen hoe moeilijk het nog steeds zal zijn om de overlevenden te helpen”, zegt het hoofd van OCHA, Tom Fletcher.
Het Wereldvoedselprogramma zegt genoeg voedsel op voorraad te hebben om meer dan een miljoen Palestijnen drie maanden te voeden. Maar dan moeten de grenzen wel worden geopend en moeten hulpverleners veilig door het gebied kunnen reizen, zegt de VN-organisatie.
Net als de andere hulporganisaties dringt ook het Rode Kruis erop aan dat hulp nu structureel en op grote schaal wordt toegestaan. “Humanitaire hulp moet altijd mogelijk zijn, zonder beperkingen en gevaar voor hulpverleners.”