Het piept en het kraakt op het landelijke spoor. De grootste vervoerder van het land, de NS, zit al enkele jaren op rij diep in de financiële problemen. Ondertussen moeten te veel reizigers staan in de trein, die ook net iets te veel met vertraging rijdt. Ook ligt NS overhoop met de vakbonden over een nieuwe cao én staat de vergunning voor het landelijke spoornet op het spel.
Wat is er aan de hand?
Het lukt NS niet om financieel te herstellen van de coronacrisis, toen de treinen door de lockdowns twee jaar zo goed als leeg waren. Mede door het vaker kunnen thuiswerken zijn er minder reizigers dan voor 2020. Ondertussen willen conducteurs en machinisten beter worden betaald en gecompenseerd voor het zware werk op de trein. Maandag wezen de twee grootste vakbonden een laatste cao-aanbod van NS af, waardoor nieuwe stakingen dreigen. Hier kwam donderdag nog een nieuw probleem bij: de Europese Commissie stapt naar het Europese Hof van Justitie omdat NS zou zijn voorgetrokken bij een nieuwe vergunning op het landelijke spoornet.

Wat betekent dat precies?
Lokale, regionale en landelijke overheden geven vergunningen uit waarmee vervoerders een bepaalde periode bussen, trams of treinen in een gebied mogen rijden. Deze vergunningen moeten volgens Europese regels worden aanbesteed. Elke vervoerder heeft dan een eerlijke kans om als beste uit de bus te komen. NS was sinds 1938 lange tijd monopolist op het Nederlandse spoor. Rond de eeuwwisseling werden spoorlijnen in het noorden, oosten en zuiden losgekoppeld van het landelijke spoor. Daar rijden nu vervoerders als Arriva, Keolis, Breng en RRReis.
Het Nederlandse hoofdrailnet, waarover 90 procent van de treinreizigers reist:
Voor het landelijke spoor kreeg NS zo’n twee jaar terug al van het kabinet de vergunning voor de periode van 2025 tot en met 2033 opnieuw toegewezen. Dat werd gedaan zonder aanbesteding. De Europese Commissie waarschuwde Nederland meerdere malen dat dit tegen de regels is. Toch ging de nieuwe vergunning dit jaar gewoon in voor NS, die ook nog eens in staatshanden is. De Europese Commissie sleept Nederland voor dit voortrekken nu voor het Europese Hof van Justitie.
Wat staat er voor NS op het spel?
Als Nederland de zaak verliest kan het worden gedwongen alsnog een aanbesteding te doen voor het landelijke spoornet. Hiervoor moet onder meer worden onderzocht of er andere vervoerders zijn die op het hele of delen van het landelijke spoor treinen willen laten rijden. De kans dat andere vervoerders willen meedingen naar het hele spoornet lijkt nul. Die stap is volgens concurrenten als Arriva en Connexxion te groot.In- en uitcheckpoortjes van NS naast de concurrentie op Arnhem Centraal.

Maar: ze willen wel in fases meer regionale lijnen afsnoepen van het huidige landelijke spoor, oftewel: stoptreinen overnemen van NS. Dit zou voor NS betekenen dat het bedrijf een groot deel van het jarenlange monopolie kwijtraakt (zie het kader onderin dit artikel).
Wat betekent dit voor mij als reiziger?
Wie bijvoorbeeld dagelijks van Hoorn Kersenboogerd naar Utrecht reist, kan nu in de trein naar Maastricht lekker blijven zitten. Als de lijn van Hoorn naar Amsterdam naar een concurrent gaat, zou dat overstappen en extra in- en uitchecken kunnen beteken. Mogelijk gelden er ook nog verschillende tarieven.
Dat druist in tegen de wens van partijen in de Tweede Kamer, waarvan enkele het hele spoor het liefst terugbrengen bij NS. De NS-concurrenten wijzen erop dat reizigers in bijvoorbeeld Amersfoort en Groningen al jaren zonder problemen overstappen. Daar kunnen zij hun regionale treinen ook beter aansluiten op lokale busdiensten.
Spoordeskundigen noemen het huidige treinverkeer in Nederland internationale top, op Zwitserland na zelfs het beste in Europa. Tegelijk noemen ze het ook kwetsbaar. Problemen in het ene deel van het land slaan snel over naar andere delen. Bij het ‘ontvlechten’ van het spoornet zou een blikseminslag in Hoorn bijvoorbeeld niet van invloed zijn op reizigers in Maastricht.
Om hun gelijk te halen wijst de NS-concurrentie naar Zwitserland: daar is het als een klok rijdende spoorsysteem eerder ook opgeknipt. Hierbij wordt er wel op toegezien dat treindiensten goed op elkaar aansluiten.
Op welke lijnen met stoptreinen aast de concurrentie?
2026:
- Hoofddorp-Amsterdam Centraal
- Apeldoorn-Enschede
- Eindhoven-Heerlen
- Lelystad-Zwolle
2027:
- Amsterdam/Den Haag-Brussel
- Zwolle-Utrecht
2028:
- Zutphen-Wijchen
- Arnhem-Dordrecht
- Arnhem-Ede-Wageningen
- Den Bosch-Deurne
- Weert-Tilburg Universiteit
2029:
- Vlissingen-Breda
- Dordrecht-Roosendaal
- Den Haag Centraal-Dordrecht
2031:
- Utrecht-Almere Centrum
- Utrecht-Hoofddorp
- Rhenen/Veenendaal-Breukelen/Amsterdam Centraal
- Den Bosch/Tiel-Woerden/Gouda
- Utrecht-Baarn
2032:
- Amersfoort Vathorst-Amsterdam Centraal
- Lelystad Centrum-Den Haag Centraal
- Almere Oostvaarders-Amsterdam Centraal
2033:
- Uitgeest-Rotterdam Centraal
- Amsterdam-Zandvoort aan Zee
- Amsterdam Centraal-Hoorn
- Den Haag Centraal-Haarlem